Gebruik
De meting van de SpO2 kent enkele beperkingen die te maken hebben met de toegepaste technologie of de klinische toestand van de patiënt.
Veel “achtergrondgeluid”
Het signaal kan worden verstoord door een “achtergrondgeluid” dat bijvoorbeeld wordt gegenereerd door de bewegingen van de patiënt.
Optische shunt
Wanneer de sensor, een fotodiode, licht ontvangt dat niet door de weefsels ging, wordt een SpO2 weergegeven van 85%. Deze waarde stemt in feite overeen met de verhouding rood / infrarood. Er wordt dus aangeraden om de meting niet uit te voeren in de buurt van een sterke lichtbron.
Te zwak signaal
Omdat het meetprincipe de detectie van de polsslag noodzaakt, kan de saturatiemeter aan nauwkeurigheid inboeten in alle situaties die de hartslag doen verminderen: laag hartdebiet, shocks, hypothermie, vaatvernauwing, arteriële compressie van een ledemaat. In het algemeen kunnen de meeste apparaten een signaal van 30 mmHg of meer detecteren. Toch geven ze foute resultaten weer. De visualisering van de curve maakt het mogelijk om de kwaliteit van het signaal te beoordelen.
Typische curve van een saturatiemeting
Wijziging van de absorptie
Bepaalde factoren kunnen de absorptie van het signaal wijzigen. De huidpigmentering of de aanwezigheid van sommige nagellakken bijvoorbeeld beïnvloeden de meting. Ook zware anemie lijkt de absorptie te wijzigen, ook al blijft de meting van de SpO2 betrouwbaar als er geen sprake is van hypoxemie
CO-intoxicatie (koolstofmonoxide)
Het carboxyhemoglobine heeft een zelfde absorptiespectrum als het HBO2 en wordt verward met het oxyhemoglobine. De waarde van de SpO2 is dan vals normaal (overschatting), terwijl het zuurstoftransport drastisch afgenomen is in verhouding tot de koolstofmonoxideconcentratie. Hetzelfde geldt ook voor verstokte rokers.
De verhouding Pa02/SaO2
Verschillende factoren beïnvloeden de hemoglobinesplitsingscurve, bijvoorbeeld de temperatuur, de pH, de paCO2 en het type hemoglobine. Ze zouden logisch gezien de waarde van de SpO2 moeten beïnvloeden. In deze situaties wordt echter de verhouding PaO2/SaO2 gewijzigd en is de meting van de SpO2 gecorreleerd aan de SaO2, maar kan ze in deze omstandigheden het zuurstofgehalte in het arterieel bloed maar onvolledig vaststellen.
Een normale SpO2 bij volwassenen ligt tussen 99 en 95 %.
Bronnen
La Revue de la Médecine Générale nr. 249, januari 2009.